28ste zondag dh jaar A (2011)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

OPENINGSWOORD
Beste mensen, allemaal van harte welkom. Wij vieren vandaag ons patroonsfeest, het feest van Sint Dionysius.

Dionysius de Areopagiet werd bekeerd tot het geloof in Christus door de apostel Paulus. Zijn bijnaam 'Areopagiet' komt van de naam van een buitenwijk van Athene, waar hij woonde: de Areopaag, dat wil zeggen 'stadswijk van Mars', want er stond een tempel waar Mars vereerd werd. Die wijk was de favoriete woonplaats van de wijsgeren. Dionysius deed er aan de studie van de filosofie. Vandaar dat hij ook nog een andere bijnaam had: 'de theosoof', dat betekent 'de man die zich vooral toelegt op de kennis van God'.

Op de dag dat Christus stierf viel er een dikke duisternis over heel de wereld, dus ook over de stad Athene. De wijsgeren konden er maar niet achter komen, welke de natuurlijke oorzaak was van dit verschijnsel. Wij merken hier nog op dat talloze getuigen bevestigen hoe wereldomvattend die plotselinge duisternis was. Zij werd waargenomen in Griekenland, Rome en Klein-Azië.

Dionysius zou aan zijn landgenoten gezegd hebben: "Deze nacht kondigt vast en zeker de komst aan van een nieuw licht, dat de hele wereld zal verlichten." Op grond daarvan hadden de Atheners een nieuw altaar opgericht met het opschrift 'Aan een onbekende God'.

Bij zijn bezoek aan Athene viel Paulus' oog op dat altaar. Daarop richtte hij zich tot Dionysius met de vraag wie die onbekende God wel was. Dionysius antwoordde: "Het is de enige ware God, maar Hij houdt zich voor ons verborgen." Sint Paulus hernam: "Het is die God die ik jullie kom openbaren. Hij heeft hemel en aarde geschapen; Hij heeft zich bekleed met de gestalte van een mens, heeft de dood ondergaan en is opgestaan op de derde dag."

Hierover bleven Dionysius en Paulus met elkaar van gedachten wisselen. Op een goed moment kwam er een blinde voorbij. Nu zou Dionysius tegen Paulus hebben gezegd: "Als u aan deze blinde zegt, dat hij in Naam van uw God ziende wordt, en het gebeurt, dan bekeer ik me ogenblikkelijk tot uw geloof. Maar ik wil niet dat u één of andere geheimzinnige onnavolgbare toverformule gebruikt. Daarom zal ik u de woorden ingeven waarmee u deze blinde moet genezen in Naam van uw Jezus." Paulus was bereid elke vorm van verdenking te vermijden en nodigde dus Dionysius uit hem de woorden voor te zeggen. Zij luidden aldus: "In naam van Jezus Christus, uit een maagd geboren, gekruisigd, verrezen uit de doden en opgestegen naar de hemel, geef deze man hier het gezichtsvermogen."

Dionysius had die woorden nog niet uitgesproken of de blinde was genezen. Nu ontving Dionysius het doopsel.

In de drie jaren daarna bracht Sint Paulus hem de waarheden van het geloof bij. Tenslotte wijdde hij hem tot bisschop van Athene. De prediking van Dionysius was zo enthousiast en overtuigd, dat hij zijn hele geboortestad tot het christelijk geloof wist te bekeren, met nog een flink stuk van de omgeving erbij.

Laten wij God vandaag vragen, dat ook Heerhugowaard en een stuk van de omgeving erbij tot het geloof mogen komen: dat al die mensen gaan leven volgens de boodschap van Jezus, die vooral liefde is.

Voor zover wijzelf te weinig geëvangeliseerd hebben, te weinig in de liefde geleefd, vragen wij God en elkaar om vergeving en beloven wij beterschap.

OPENINGSGEBED
Laat ons bidden. Almachtige eeuwige God, Gij hebt de heilige Dionysius aangesteld als bisschop over uw volk. Wij bidden U: laat ons, omwille van zijn verdiensten, uw liefdevolle leiding ervaren. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon ... . Amen.

PREEK
Broeders en zusters, ik wil jullie allen uitnodigen om mee te gaan naar een huwelijksreceptie. Wij trekken feestelijke kleren aan, wij kopen een cadeautje, op z’n minst nemen wij een envelopje mee. En vooral zijn wij blij gestemd. Het is een familielid dat trouwt, iemand met wie wij bovendien een goede relatie hebben, wij zijn dus ook uitgenodigd voor het feest.

Het is een drukte van je welste. Veel gepraat. Het bekende kippenhok kan er niet tegenop. Mensen, die elkaar herkennen, zwaaien enthousiast vanuit de andere kant van de zaal.

Wij sluiten achteraan aan in de rij. Wij zien het bruidspaar al staan, handen worden geschud, kussen gegeven èn de cadeautjes. Het bruidspaar straalt. Naarmate wij meer naar voren komen, denken wij nog even na over wat wij zullen zeggen, alleen maar ‘gefeliciteerd en veel geluk’ of hebben wij nog iets bijzonders te zeggen?

Dan zijn wij aan de beurt. Het bruidspaar lacht ons toe. Wij omhelzen elkaar. Een kort gesprekje en “wij spreken elkaar straks nog wel even” en dan - misschien terwijl nog even terugdenken aan onze eigen feestdag - zoeken wij met een blij en dankbaar gevoel een tafeltje op met enkele bekenden.

alt

Toen sprak hij tot zijn dienaars: Het brui-loftsmaal staat klaar, maar de genodigden waren het niet waard. Gaat dus naar de kruispunten der wegen en nodigt wie ge er maar vindt, tot de bruiloft. Zijn dienaars gingen naar de wegen en brachten allen mee, die zij er aantroffen, slechten zowel als goeden, en de bruiloftszaal liep vol met gasten.

Beste medegelovigen, in het evangelie hoorden wij over een koning - dat is God - die een bruiloftsfeest organiseerde voor zijn Zoon, Jezus Christus. En wij zijn de genodigden. Wij zijn familie, want wij zijn gedoopt in de Naam van de drie-ene God. En het is in ieder geval de bedoeling, dat wij met deze drie-ene God een uitstekende relatie hebben of dat wij daar hard aan werken.

Deze goddelijke koning heeft zijn maaltijd al klaar staan. En vooral in de eerste lezing hoorden wij hoe het een overvloedige maaltijd is: een maaltijd van vette, mergrijke spijzen en van geklaarde, belegen wijnen. Dit is natuurlijk maar een heel beperkt menselijk beeld om iets te kunnen zeggen over de blijvende vreugde, die God ons in het eeuwige leven wil schenken.

De heilige offermaaltijd, die wij hier in de Kerk vieren, is in zekere zin hetzelfde als wat wij straks in de hemel doen. In de eeuwigheid worden wij voorgoed verbonden met God en met elkaar. En doordat wij hier luisteren naar Gods Woord, er naar proberen te leven en doordat wij allen in de heilige communie Jezus Christus ontvangen, worden wij ook nu al verbonden met Hem en door Hem ook met elkaar. Maar - zegt Paulus in één van zijn brieven - de verbondenheid op aarde is als een schat in aarden potten. Als wij niet aandachtig blijven, kan zij verloren gaan.

En, broeders en zusters, hier gebeurt het allemaal nog in de verborgenheid. Dat werd ook in dezelfde eerste lezing gezegd door de profeet Jesaja. Die zei: “Op deze berg zal God de sluier verscheuren, die ligt over alle volkeren”. De heilige hostie, die wij zo aanstonds mogen zien èn ontvangen, bevat méér kracht, méér licht, in zichzelf dan alle aardse natuurelementen bij elkaar. Alleen... wij zien dat nu alleen nog maar met de ogen van ons geloof. Er ligt nu nog een sluier over Jezus’ aanwezigheid onder ons. Maar ooit wordt die sluier weggenomen en dan zullen wij God zien van aangezicht tot aangezicht.

Strakjes, tijdens de heilige communie, mogen wij - als wij onszelf waardig achten - naar voren komen in een rij, net als bij een receptie. En als wij vooraan staan, mogen wij de bruidegom ontmoeten, ja, met Hem één worden.

Hoe zijn wij als wij in de rij staan? Is er - net als bij een gewone receptie - toch een beetje een positief gespannen aandacht? Kijken wij uit naar de ontmoeting met Hem?

En hoe zal Hij zich voelen als wij ons bij Hem presenteren? Krijgen wij van Hem een stralende glimlach? Is Hij blij en tevreden met de gebeden en de goede werken, die wij als cadeau voor deze Bruidegom meebrengen?

Beste medegelovigen, wij weten allemaal, dat wij dagelijks moeten werken aan de relatie, die wij met elkaar hebben. Echte liefde leeft, gróéít!

Misschien dat iemand denkt: “Mijn hart heeft nog nooit gegloeid van liefde als het om God gaat”. Vragen wij God dan dat Hij ons hart en dat van alle mensen op de wereld wil raken. Vragen wij het keer op keer, zodat God ziet dat wij er ook echt naar verlangen. God laat geen enkele moeite onbeloond. Wat wij voor elkaar doen, doen wij dat ook voor God, ja, nog meer.

Zou dat niet een mooi resultaat zijn van het 40-urengebed en van deze heilige Eucharistieviering als weer meer mensen in Heerhugowaard gaan gloeien van liefde voor God en voor elkaar!? Wij leven in een koude wereld. Mensen hebben kacheltjes nodig aan wie zij zich kunnen opwarmen. Zijn wij, mensen van de Sint Dionysiusparochie - als kacheltjes voor onze zo verkilde omgeving.