VOLK VAN GOD ONDERWEG (2011)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 198 niet laden

VOLK VAN GOD ONDERWEG


Dit evangelie staat op het eerste gezicht misschien wat ver van ons af. Maar toch spreekt het indringend over bijvoorbeeld wat ik 'KERK ONDERWEG' zou willen noemen. Laten we eens enkele regels opnieuw beluisteren.

De evangelist Johannes laat Jezus zeggen: 'In het huis van mijn Vader kunnen velen verblijf houden,'. Wij zouden kunnen zeggen: de gemeenschap van christenen, dus ook die van katholieke gelovigen, is geen besloten club die alleen toegankelijk is voor ingewijden. De evangelist komt telkens opnieuw daarop terug. Hij laat Jezus zeggen: de graankorrel blijft door te sterven niet alleen, maar brengt zo veel vrucht voort; en op het kruis omhoog geheven trekt Jezus allen tot zich (12, 24. 32). Jezus geeft zich helemaal. En zo trekt Hij van overal mensen aan. Maar zijn aantrekkingskracht kan wel door ons worden geblokkeerd: als de kerk te veel met zichzelf bezig is en eenzijdig aandacht heeft voor het zuiver houden van de leer. Wij worden als geloofsgemeenschap van Jezus Messias geroepen om naar buiten te treden, niet om te heersen, maar om begaan te zijn met het wel en wee van mensen.

Jezus zegt volgens de evangelist ook: 'Ik ben de weg, de waarheid en het leven'.
De weg is een oeroud beeld. Altijd hebben mensen gevraagd naar het waarheen en waartoe van hun bestaan. In Jezus van Nazaret heeft God ons een heel bijzondere levensweg laten zien: in Hem die volop mens is en volop deel heeft aan de ene God. Jezus' weg nu is niet een systeem van geboden en verboden. Die weg is er een die op ons leven een radicaal beroep doet. Dat heeft Tomas begrepen, wanneer hij zegt: 'Laten wij dan ook maar gaan, dan kunnen we samen met Hem sterven' (11, 16). De weg van Jezus legt nadruk op levensgeluk, maar daarin juist ook op leven voor anderen, op geven en delen.

Ook zegt Jezus volgens Johannes: 'Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien'. Het verlangen om God te ontdekken is verankerd in het hart van veel mensen. Jezus heeft in zijn persoon, in zijn woorden en in zijn doen en laten Gods liefde-voor-ons volop menselijk-vertolkt. God is onder ons zichtbaar geworden waar mensen de handen uit de mouwen steken en voor elkaar opkomen. Wat wij van God zien is de dienst aan elkaar. Alleen een kerk die alle pretenties laat varen en die mensen niet kleineert, maar hen eerbiedigt en dient, kan Gods Goede Boodschap in onze wereld gaande houden.

En tenslotte: 'Wie in Mij gelooft, zal de daden die Ik verricht, ook zelf verrichten'. Kennen en doen, geloven en werken zijn voor de evangelist heel nauw met elkaar verbonden. Ons wordt heus geen wondermacht beloofd. Maar wij worden uitgenodigd om Jezus hierin te volgen: 'Als Ik, de heer en leraar, jullie voeten heb gewassen, dan behoren jullie elkaar de voeten te wassen. Ik heb jullie een voorbeeld gegeven opdat jullie zouden doen wat Ik jullie heb gedaan' (13, 14v; vgl. 13, 35). --- Wij mogen als geloofsgemeenschap, als kerk, dit niet vergeten: ons een zijn is ontsprongen aan Jezus' dienst, en onze gemeenschap bestaat omwille van onze dienst aan de anderen. De kerk die de evangelist Johannes voor ogen staat, dient zich niet thuis te voelen bij almaar macht willen uitoefenen. Ze dient bescheiden te zijn als een graankorrel en dienstbaar als een slaaf die de voeten wast. Dat het waarachtige leven er zo uitziet, kun je weliswaar vaak niet of nauwelijks verkopen.
En voor zover onze kerk het alleen maar bij woorden laat, dient ze tot niets. Wij mogen het niet bij bespiegelingen laten. Mogen wij zo Jezus' weg proberen te volgen, dat wij werk maken van het feit dat God wordt gezien en ontmoet in mensen. Proberen wij het althans.