1e zondag van de advent B - 2014

‘Advent is dromen dat Jezus zal komen.’

Zusters en broeders, dat is een van de mooie liederen die we in deze adventstijd zullen zingen. We zullen ook andere liederen zingen, en misschien is daar bij: ‘Midden onder u staat Hij die gij niet kent.’ Een lied dat ons duidelijk maakt dat Jezus niet echt moet komen, want dat Hij altijd bij ons is, Hij staat midden onder ons. Als we dus zingen dat we dromen dat Hij zal komen, wil dat niet zeggen dat Hij er nu niet is, wel we dat we hopen dat Hij echt in ons leven zal komen, dat we echt naar Hem zullen luisteren, dat we echt naar zijn woorden en daden zullen leven. In het evangelie spoort Hij ons daar uitdrukkelijk toe aan. ‘Wees waakzaam’, zegt Hij, en Hij vindt die waakzaamheid zo belangrijk dat Hij het drie keer herhaalt. Het is ook belangrijk, want we worden zo makkelijk in slaap gewiegd door de druk van ons werk, door ons leven van comfort en plezier, door de politiek, door ons verlangen naar hebben en nog meer hebben. Het neemt ons allemaal zozeer in dat we geen tijd en geen aandacht meer hebben voor Jezus, dat we dus geen waakzame deurwaarders zijn, zoals Hij het zo mooi zegt.

Laten we in deze advent dus dromen dat Jezus echt in ons leven mag komen, zodat we kunnen leven als goede mensen. Als mensen die kunnen luisteren naar anderen, die begrip hebben voor de problemen van anderen en die hulpvaardig zijn. Mensen die niet klaarstaan met negatieve kritiek op alles en iedereen. Mensen die echt op zoek zijn naar liefde, naar vrede, naar gerechtigheid.

Mensen die ook kunnen bidden zoals Jezus ons dat heeft geleerd. Hij die zo dikwijls tot zijn Vader bad. Laten ook wij dat doen: bidden tot zijn Vader en tot Hem dat Hij in een wereld van vrede zou komen. Een wereld waar plaats is voor iedereen. Een wereld zonder de vreselijke islamterreur van moorden, verkrachten en verslaven. Een wereld zonder armoede, zonder uitbuiting, zonder honger en dorst. Een wereld zonder drugs, zonder geweld, zonder valse beelden van de werkelijkheid. Een wereld zonder waanzinnig lonen van miljoenen, zelfs miljarden euro’s voor bankiers, voor mensen met macht, voor sporters en zangers, voor ik weet niet wie nog allemaal. Mensen die alleen meer verdienen dan alle arme landen samen. Laten we ook bidden dat Jezus in een wereld mag komen zonder valse leiders die met geweld hun hele leven aan de macht blijven. Een wereld die God de Heer ons bij de schepping in bruikleen heeft gegeven en waarover Hij ons het beheer heeft overgedragen. Allen hebben we dus de taak om ervoor te zorgen, om er waakzaam mee om te gaan zoals Jezus zegt. Dat God de Heer ons daarbij mag helpen. Jesaja vraagt dat zo mooi in de eerste lezing wanneer hij bidt: ‘Gij, Heer, zijt onze Vader, Gij onze Verlosser, en uw Naam is eeuwig. Waarom, Heer, laat Gij ons van uw wegen afdwalen? Scheur toch de hemel open en daal af. Keer U weer tot ons, want Gij, Heer, zijt toch onze Vader; wij zijn het leem, Gij de boetseerder, wij zijn slechts het werk van uw handen.’

Zusters en broeders, laat dat ons gebed zijn: dat God de Heer in ons midden mag wonen en wat we goed voor zijn schepping mogen zorgen. Het is advent, en dat is ook de tijd waarin onze aandacht meer dan anders getrokken wordt op onze zorg voor anderen. De tijd van Welzijnszorg, de tijd van mee te leven met en mee te zorgen voor mensen in nood. Laten we ervoor bidden dat onze advent inderdaad een tijd zou zijn waarin we dromen dat Jezus zo in ons leven zou komen. En laten we nooit vergeten dat Hij vorige week zei:  ‘Alles wat je voor een van de geringsten van mijn broeders hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan, en alles wat je niet voor een van de geringsten van mijn broeders hebt gedaan, heb je ook voor Mij niet gedaan.’ Welzijnszorg zal ons daarbij helpen, en Jezus zelf zal ons daarin bijstaan. Hij die is de weg naar liefde, vrede en gerechtigheid. Moge Hij zo in ons leven komen. Amen.