20e zondag door het jaar B - 2024

'Ik ben het levende brood dat uit de hemel neergedaald is. Wie mijn vlees eet en mijn bloed drinkt blijft in Mij en Ik in hem.'

Zusters en broeders, het zijn woorden die alleen in het evangelie van Johannes voorkomen. En dat komt omdat Johannes nu één keer van symbolen houdt. Want Jezus is natuurlijk helemaal geen brood, en we eten en drinken ook niet van vlees zijn en zijn bloed, want dan zouden we kannibalen zijn. En misschien zijn we ons daar niet van bewust, maar ook wij gebruiken vaak symbolen. Wanneer we bijvoorbeeld zeggen dat iets broodnodig is, bedoelen we echt niet dat we brood nodig hebben maar dat iets noodzakelijk is. En wanneer we in het Onze Vader hebben geboden: 'Geef ons heden ons dagelijks brood', gaat het om veel meer dan een stuk brood, maar om alles wat we nodig hebben om een ​​menswaardig leven te kunnen leiden: om alle voedsel, om een ​​huis om in te wonen, werk om van te leven, en ook vriendschap, liefde, begrip, zorg.

En daarmee weten we wat Jezus betekent wanneer Hij zichzelf het levende brood noemt en het vlees en het bloed dat moet genuttigd worden: het zijn zijn woorden en daden van liefde, van vrede, van barmhartigheid, van hulp, van aandacht, van niet opgelost. Kortom , van alles wat het leven leefbaar maakt.

En daar moeten we ons, zoals altijd, vragen bij stellen. Straks gaan we communie. 'Het lichaam van Christus' wordt ons aangeboden, en wij antwoorden: 'Amen'. En daarmee zeggen we dat we Jezus' boodschap van liefde en vrede zullen volgen. Maar zijn wij ons daar wel van bewust? Beseffen we dat Jezus bij de communie echt in ons binnentreedt is, en dat we iets moeten maken van zijn aanwezigheid? Dat we dus weg moeten gaan? Of gaat de gemeenschap niets meer dan gewoonlijk die er nu één keer bij hoort? Samen aanschuiven om een ​​heel klein stukje brood te gaan halen. Of beseffen we echt dat we Jezus in ons opnemen, en brengen we de noodzakelijke noodzaak op?

Wil je wat doen we na de gemeenschap? Kijken naar andere mensen? Nee, dat moeten we niet doen. Wel Jezus aanbidden, Hij die letterlijk in ons komt wonen. Hem bedankt voor zijn aanwezigheid in ons leven van geloof en vrede. Hem vragen dat Hij ons bijstaat in ons geloof, maar ook in onze knooppunten. Hem is ervan overtuigd dat we trouw zullen blijven aan ons geloof. Dat is onze gemeenschap: Jezus aanbidden, danken, vragen, beloven.

Zusters en broeders, vier zondagen na elkaar hebben we gehoord dat Jezus het levende brood is dat uit de hemel neergedaald is. Veel van zijn tijdgenoten hadden het daar zeer moeilijk mee, zelfs zo moeilijk dat ze afhaakten, en niet langer zijn leerlingen wilden zijn. Wil je hoe Hij uit de hemel neergedaald kan zijn? Hij is toch de Zoon van Jozef en Maria? Ik denk dat wij ook wel eens twijfels hebben, en dat ons geloof niet altijd zo rotvast is als we het zelf zouden willen. Het is goed dat we zo'n momenten beseffen dat we Jezus broodnodig hebben om ons leven leefbaar en gelukkig te maken. Want Hij is echt het levende brood dat uit de hemel neergedaald is. Hijzelf is immers de Blijde Boodschap. Hij heeft ons bijgebracht dat liefde de basis is van ons menselijk bestaan, en we kunnen ons altijd spiegelen aan Hem. Als we dat niet doen, dan is het gedaan met liefde en vrede, niet alleen voor onszelf, maar voor al onze medemensen. Laten we dus echt proberen te leven naar het voorbeeld van het levende brood dat uit de hemel neergedaald is. Moge onze communie ons daarbij helpen. Amen.