Niet uitstellen - nu het goede doen!

Beste vrienden,

Bij een Pauskeuze, bij wereldjongerendagen of bij een pauselijke reis heeft de ganse wereld - tenminste voor een korte tijd – even aandacht voor de Kerk. Maar waarom eigenlijk?

Wat is er dan op zulk ogenblik veranderd aan de kerk, dat ze zo interessant lijkt te zijn?

Toch niet zo veel. De Kerk heeft haar principes niet veranderd en haar moraal is ook hetzelfde gebleven. De Kerk is nog altijd dezelfde.

Blijkbaar heeft de wereld, die naar die kerk kijkt, zich veranderd. Misschien is het voor de mensen wat eng geworden in hun rationele wereld van alleen maar verklaarbare dingen, van techniek en berekeningen. Misschien vinden de mensen het niet meer voldoende, dat ze een lang en goed behoed leven kunnen leiden – om dan met stille trom voor altijd te verdwijnen. De wereld komt misschien langzaam tot het besef hoe zeer ze verarmd is.

Vroeger leefden de mensen 50 of 60 jaar op aarde, en dan nog een eeuwigheid bij God. Nu ligt de levensverwachting bij 80 à 90 jaar – en daarna komt voor de meesten het grote niets.

Enkele jaren geleden heb ik een goede vriend verloren – zijn boodschap op het sterfbed kan ik best als volgt weergeven: “Ik heb een goed leven gehad en heb steeds geprobeerd anderen gelukkig te maken. Daardoor ben ik ook in mijn leven heel gelukkig geweest. Waar anderen nu alleen het einde zien, heb ik nog mijn eigenlijke leven voor mij. Weest gelukkig, ik ben het ook.”

Dat is een verziendheid die je in deze wereld bijna niet meer ontmoet.

“Christen zijn” betekent: meer zien en meer leven. Wij christenen leven in een wereld die niet eindigt met de dood, en die zich niet beperkt tot het rationele, het zichtbare en meetbare. Wij leven in een grotere realiteit. Maar die realiteit heeft ook haar ernstige kanten. Wij leven niet gewoon in een paradijs. We hebben het in het evangelie daarnet gehoord: Jezus in de woestijn – en bij Hem de duivel en de engelen. Wie zijn leven uitbreidt en waarneemt wat er zich in het universum, en in onze wereld werkelijk afspeelt, die kan niet anders dan spreken, zowel van Gods beschikking, van zijn grootheid en zijn schoonheid, maar ook van de verleiding door het kwaad.

We kunnen massamoordenaars zoals Hitler of Stalin, de onmenselijkheid van de balkanoorlog, en het mensen verachtende terrorisme van IS, niet gewoon afdoen als menselijke zwakheid. Achter al die dingen staat een diep-menselijke waarheid: wij worden verleid. Wij worden in verzoeking gebracht met altijd weer dezelfde beloften: Macht, Luxe, Rijkdom. Enkele mensen doden – dan zal het ons beter gaan. Dat is perfide - dat is duivels – en dat is alledaags.

Want het principe dat we pas door het kwade te doen de mogelijkheid krijgen om iets goeds te doen, dat principe is de grootste verleiding voor de mens – ook in ons dagelijkse leven: Nog één leugentje – en dan blijf ik eerlijk. Nog dit kleine bedrog – en dan nooit meer. Nog deze laatste sigaret – en dan stop ik ermee. We maken onszelf wijs (of wordt het ons wijsgemaakt?) dat we pas moreel verantwoord kunnen leven, wanneer we ons van een bepaalde levensstandaard hebben verzekerd. Vasten? Nog één maaltijd in dit sterrenrestaurant – daarna graag.

Het antwoord hierop is de vastentijd: niet nog gauw alles meepikken wat ons lief is. Maar eerst het goede doen. Eerst afstand doen – omwille van ons heil. God op de eerste plaats zetten. Geen compromissen meer. Niet uitstellen: niet pas morgen, maar nu! Nu is de tijd van het heil.

Beste vrienden, alle kwaad begint klein. Maar ook alle heil begint klein. Want we mogen niet vergeten: Bij Jezus in de woestijn was niet alleen de duivel, die Hem hetzelfde toefluisterde als ons. Maar bij Jezus waren ook de engelen, die ook ons dienen, helpen en bewaren. Amen