Barmhartigheid wil ik, geen offers!

Beste vrienden,

bestaat er en gruwelijker lezing dan die we zonet hebben gehoord? Bestaat er nog een meer afgrijselijke tekst dan die tekst waarin van de vader het offeren van zijn kind wordt geëist? 

Ja, die tekst bestaat, en hij is zo verschrikkelijk dat hij nooit in een eredienst te horen is. Wie heel sterke zenuwen heeft, die kan hem misschien opzoeken en nalezen. U vindt hem in het elfde hoofdstuk van het boek Rechters en voor mij is dat de gruwelijkste tekst uit de ganse Bijbel:

Rechter Jefta voerde het leger van Israël aan tegen de Ammonieten. De slag dreigde verloren te gaan en Jefta deed een gelofte aan God dat hij, wanneer de slag gewonnen zou zijn en hij weer thuis kwam, het eerste zou offeren wat hij zou ontmoeten. Jefta won de slag, ging naar huis en werd enthousiast begroet door zijn dochter, die hem tegemoet liep. 

Leest u het alleen maar wanneer u sterk in uw schoenen staat. Want Jefta offert zijn kind echt. En het kind zelf moedigt hem ook nog aan om zijn gelofte te vervullen en haar als brandoffer aan God op te dragen. Wat voor mij bijna niet te geloven is, is dat in de tekst, ook nu nog steeds geen woord staat dat die daad afkeurt. 

Er is werkelijk een tijd geweest waarin de mensen geloofden dat het God welgevallig was als ze mensen, zelfs kinderen, zouden offeren. Er is werkelijk een tijd geweest – zelfs binnen het Bijbelse geloof, waarin de mensen dat niet alleen geloofden, maar het ook courant deden. 

God wil dat niet!!

De tekst van de eerste lezing, de zo dikwijls verkeerd geïnterpreteerde tekst over het offeren van Isaac maakt ons dat zeer duidelijk. God wil geen offers!  

De terechtwijzing, die ik in het verhaal van Jefta mis, die vind ik hier wel. En ze is gericht tot iedereen die denkt God gunstig te kunnen of te moeten stemmen door het brengen van offers. In de lezing ontmoeten we een vader, Abraham, die ervan overtuigd is dat hij zijn zoon moet offeren. Hij wordt door God zelf terechtgewezen. Want God wil zoiets niet! 

En het is ook bewezen dat die tekst die zelfde boodschap altijd heeft verkondigd. Pas veel later, toen er al lang geen mensenoffers meer werden gebracht, werd de oorspronkelijke tekst uitgebreid en kreeg hij de betekenis van een beproeving die God Abraham zou opgelegd hebben. Dat God Abraham op de proef wilde stellen is een interpretatie die pas veel later werd toegevoegd.  

De oorspronkelijke boodschap was klaar en duidelijk: God wil dat offer niet! Hij wil geen mensenoffers! 

Het heeft zeer lang geduurd eer de mensen dat hebben begrepen. En het heeft nog veel langer geduurd eer de mensen begrepen dat Hij ook geen dierenoffers wil. En het zal vermoedelijk nog veel langer duren eer we allemaal inzien dat God helemaal geen offers wil!

Nalezen kunnen we dat laatste reeds eeuwenlang. In het boek Hosea staat het al neergeschreven: „Barmhartigheid wil ik, geen offers!” zegt de Heer.

Hoe lang zal het nog duren eer wij eindelijk inzien dat God van ons niets nodig heeft, dat wij hem niets moeten geven, want het behoort Hem sowieso al toe. God wil echt niets van ons, maar Hij wil het beste voor ons. 

Nu zal u wellicht zeggen: „Maar God heeft dan toch het offer van zijn eigen zoon gewild!

Maar heeft God zijn eigen zoon geofferd? Het zijn wij mensen die Hem aan het kruis hebben genageld! 

Jezus heeft zijn offer niet voor zijn Vader gebracht. God heeft zoiets niet nodig. Jezus heeft zich enkel en alleen voor ons geofferd. En dat ook niet gewoon maar omdat Hij aan het kruis is gestorven. Het offer dat Jezus heeft gebracht is zijn ganse leven. Hij geeft ons zijn leven opdat wij verlossing zouden vinden.  

Door zijn leven te geven helpt Hij ons te leven, bevrijdt Hij ons van de waan dat we tegenover God iets zouden moeten presteren, bevrijdt Hij ons van de angst om aan een te groot aantal voorschriften te moeten voldoen en Hij bevrijdt Hij ons van dat beeld van de wrede God die al onze fouten optelt en aanrekent.  En vooral: Hij vermindert onze angst voor de dood!

Die kruisdood van Jezus, die vreselijke manier van sterven, was misschien echt nodig. Maar het was niet nodig als offer voor God, maar het was wel nodig als offer voor ons. Jezus is voor ons gestorven opdat wij zouden erkennen dat zelfs die zinloze wrede dood datgene waarvoor Jezus geleefd heeft niet kan uitwissen, opdat wij zouden erkennen dat sterven alleen een einde kan maken aan het lijden, en aan niets anders, dat de dood alleen maar een poort is, een doorgang naar een nieuwe dimensie in ons leven. Want God heeft Jezus uit de dood laten opstaan opdat iedereen zou weten dat God niet de dood wil, maar het leven.

Jezus leeft en heeft ons de woorden van Hosea nog eens in herinnering gebracht. God wil geen offers, hij wil barmhartigheid, goedheid en liefde. En dat niet eens in de eerste plaats voor zichzelf, Hij wil barmhartigheid, goedheid en liefde voor alle mensen!  Amen.