16e zondag C (2010)

×

Waarschuwing

JUser: :_load: Kan gebruiker met ID: 194 niet laden

OPENINGSWOORD

Broeders en zusters, allemaal welkom bij deze eucharistieviering.

In een van mijn vorige parochies kwamen er eens twee kleine meisjes naar me toe, ik schat 9 en 10 jaar. Zij wilden wel gedoopt worden. "En waarom zou jij gedoopt willen worden", vroeg ik aan de oudste? "Omdat ik van God houd", antwoordde het meisje. "En waarom houd jij van God", vroeg ik weer? En toen zei ze: "Omdat God zo lief voor me is".

Een kinderhart ervaart soms gemakkelijker dan dat van een volwassene de liefde van God. Het kind wil die liefde dan ook beantwoorden, in dit geval door zich te laten dopen.

Proberen wij in deze viering even tot rust te komen. Stellen wij ons open voor Gods liefde voor ons. Luisteren wij. Ontvangen wij. En proberen wij dan ook te geven, aan God en aan elkaar.

OPENINGSGEBED

Laat ons bidden. Heer God, door Jezus, uw Zoon, leert Gij ons dat echte dienstbaarheid haar oorsprong vindt in onze toewijding aan U. Wij vragen U: maak ons bereid te luisteren naar zijn woord; dat wij ons hart openstellen voor onze broeders en zusters en ons brood met hen breken. Dan zult Gij ons gastvrijheid verlenen en ons eenmaal opnemen in uw eeuwige woning. Door onze Heer Jezus Christus, uw Zoon... .

PREEK

Broeders en zusters, in het zuidoosten van Ruanda leeft Adria, een weduwe van toen net veertig jaar. Haar leven ging de eerste jaren alles behalve over rozen. Haar moeder stierf bij haar geboorte. Haar vader werkte in het buitenland. In 1973 trouwde zij met Augustin. Maar hun geluk was van korte duur. Zij verloor haar eerste kind bij de geboorte. Daarna verloor zij er nog twee. Vervolgens stierf Theresia, een kindje van vier maanden. In 1978 stierf haar man, en op de dag van zijn begrafenis overleed haar laatste kind, Wenceslas, 15 maanden oud. Zo veel verdriet. Het klinkt ongelofelijk, maar het is echt gebeurd.

Het is te begrijpen, dat zij de wanhoop nabij was. Dat zij dacht aan zelfmoord, maar haar geloof hield haar tegen. Zij bad, en toen begreep zij, dat God haar riep om voor andermans kinderen te zorgen. En toen nam zij een voor haar omgeving ongebruikelijke beslissing. Zij zou niet hertrouwen, maar zich volledig inzetten voor anderen.

In 1979 kwamen de eerste drie kinderen. Na verloop van tijd waren er meer dan 500 Hutu- en Tutsi-kinderen, van wie zo'n 70% met eigen ogen heeft gezien hoe hun ouders werden afgeslacht. En toch, dankzij Adria is er blijdschap op de gezichtjes van de kinderen, èn ... Adria is gelukkig, ondanks wat zij vroeger heeft meegemaakt. Door anderen gelukkig te maken, word je zelf gelukkig.

Beste medegelovigen, is dit niet wat ook Jezus heeft gedaan? Soms trok hij weg uit een bepaalde streek, omdat de Farizeeën Hem wilden doden, maar velen volgden Hem en Hij genas ze allen. Hij had ook door vijf wonderen kunnen bewijzen, dat Hij de Zoon van God is, maar nee, Hij wilde al die mensen helpen door ze allemaal te genezen. Het is dan ook niet vreemd, dat Jezus Christus in het Lucasevangelie op een dag jubelt van vreugde. Hij, die anderen gelukkig maakt, is zelf vol van de vreugde van zijn hemelse Vader.

Er wordt geregeld onderzoek gedaan naar het geluk van mensen. Maar die onderzoeken zijn heel betrekkelijk. In het ene onderzoek staat Nederland op de tweede plaats. In een ander onderzoek op een veel lagere plaats. Het is maar welke criteria je gebruikt.

Dat mensen in het ene land gelukkiger zijn dan in het andere heeft natuurlijk ook te maken met materiële welvaart. Mensen, die in grote armoede leven, zijn vaak ongelukkig.

Maar als mensen het eenmaal redelijk goed hebben, maakt meer of minder welvaart niet uit. In het naoorlogse Europa zijn wij 3 keer zo rijk geworden, maar niet 3 keer zo gelukkig. En uit het onderzoek is gebleken, dat men in landen waar men in God gelooft over het algemeen gelukkiger is dan in landen waar men niet in God gelooft.

Volgens een hoogleraar, die ooit zo'n onderzoek heeft verricht (Ruut Veenhoven), is - als we rapportcijfers zouden geven - een 9 het hoogst haalbare cijfer. De gelukkigste landen komen nu in de buurt van een 8.

Maar, broeders en zusters, zijn wij dan niet door God geroepen tot het hoogste geluk, het geluk van God zelf? Heeft Jezus Christus in het evangelie van Johannes, in het 15e hoofdstuk waar Hij spreekt over het onderhouden van de geboden niet gezegd, dat Hij dit alles zegt, opdat zíjn vreugde in ons moge zijn en opdat onze vreugde volkomen moge worden?

Op de wereldjongerendagen te Parijs, jaren geleden al weer, heeft kardinaal Lustiger tot de jongeren het volgende gezegd: "Misschien kies je er voor om je ambities niet te hoog te stellen, om niet teleurgesteld te worden. Je stelt jezelf tevreden met een klein geluk, met een middelmatig succes. Dat moet je niet doen! Geef niet op - kies niet voor de middelmatigheid! God wil het grootste geluk voor jou! In Naam van Christus roep ik je op tot de hoogste ambitie: tot grenzeloze liefde. Dat is de enige ambitie, die niet teleurstelt en die je diepste verlangens waardig is".

Broeders en zusters, zoeken wij dit hoogste geluk in gebed, zoals Maria deed in het evangelie van vandaag, zij zat neer aan de voeten van de Heer en Jezus noemt dat ´het beste deel´ èn zoeken wij het hoogste geluk ook in de liefde tot de naaste. Zelfs Jezus Christus, de Zoon van God, ging iedere sabbat naar de synagoge en trok zich geregeld terug in het gebergte om steun te zoeken bij God, zijn Vader. Maar verder had Hij altijd mensen om zich heen, zieken en gezonden, rijken en armen, oprechte mensen en huichelaars. Voor iedereen stond Hij open.

Wij hebben ons dit moment van de week even teruggetrokken rondom het altaar van onze Heer. Maar zoeken wij straks weer de mensen op. Om gezelligheid te geven. Luisteren wij naar hun vreugde en verdriet. Getuigen wij van onze vreugde. Het geeft hen een gevoel van veiligheid en geborgenheid. Het zal onze vreugde doen toenemen.

Tot slot, de catechismus van de Katholieke Kerk zegt over ons verlangen naar geluk het volgende: Dit verlangen is van goddelijke oorsprong; God heeft het in ons hart gelegd om het naar zich toe te trekken, want Hij is de enige, die in staat is om het verlangen te vervullen. Het uiteindelijke doel van de menselijke daden is dat God ons roept tot zijn eigen geluk.

Zoeken wij dat geluk, vinden wij het, door het aan anderen te geven.