Pinksteren C (2013)

Mijn broer, die leraar is in Leiden

vroeg aan de leerlingen van de oecumenische school daar

-ze houden daar altijd een dagopening-

“weten jullie wat we op Pinksteren vieren’?

Een wakkere leerling stak zijn vinger op:

‘iets met vlammetjes.’ Toch een aardig antwoord

want veel mensen weten helemaal niets over Pinksteren.

Pinksteren blijft een moeilijk feest.

Het woord pinksteren heeft een weinig romantische betekenis.

Het woord betekent gewoon: 'vijftigste' en daarmee is dan bedoeld

dat het gewoon de vijftigste dag na Pasen, beter gezegd VAN Pasen is.

Vijftig is een vol getal, zeven maal zeven + één!

Als je vijftig wordt -zegen de mensen- heb je Abraham gezien:

het leven is tot een zekere volheid gekomen

(ouder worden is geen vloek).

Vlak na Jesus' dood gebruiken de leerlingen van Jesus

de 50 dagen na het feest van de bevrijding uit Egypte

als een hele bijzondere bezinningstijd.

Hun medejoden zijn zich aan het voorbereiden

op de viering van wat er 50 dagen na de uitttocht uit Egypte gebeurde:

de wetgeving op de berg Sinaï.

En we weten allemaal wat voor een grote dingen daar gebeurden:

vuur was er op de berg en de stem van God klonk

met kracht, de tien geboden werden afgekondigd

en iedereen werd uitgenodigd om mee te doen.

In de tempel van Jeruzalem brandden op de pinksterdag

de vuren om de pelgrims te herinneren aan het vuur van de Sinaï.

Een ieder moest proberen iets van dat vuur mee te dragen;

he, daar zijn de vlammetjes.

De hele stad is vol met vreemdelingen

die allemaal het feest mee willen vieren van die vijftigste dag.

Juist als dat pinksterfeest in Jeruzalem aanbreekt

vertelt Lucas hij over de nieuwe kansen die er zijn gekomen

rond Jesus van Nazareth en hij vertelt over het vuur

en over de storm, de beweging in het huis waar de apostelen waren;

en het vuur dat zich op ieder van hen neerzette.

Dat vuur trekt de aandacht

en velen begrijpen dat er iets bijzonders aan de hand is.

Maar het andere kan ook: - en gebeurt ook nog steeds -:

ontkennen dat het van belang is,

de waarde ontkennen van al het werkelijk vernieuwende

wat er, tot op de dag van vandaag gebeurt.

De goede verstaander verstaat het,

waar hij ook is, van welke nationaliteit hij ook is,

van welke geloofsgemeenschap hij ook lid is,

of hij oud is of jong dat doet niet ter zake.

Petrus trekt de stoute schoenen aan en treedt naar buiten

terwijl hij, misschien wat overdreven, zegt:

   "hier gebeurt waar de profeten over droomden:

   jong en oud zien visioenen,

   de Geest van God vervult de mensen".

'En zij allen konden hem verstaan in hun eigen taal' staat er dan,

een wonder dat gelukkig vandaag de dag ook nog gebeurt.

Mensen die samen idealen hebben,

mensen die samen geloven.. verstaan elkaar.

In Amsterdam hebben we vroeger in de Lucaskerk

toen er twee nieuwe klokken kwamen

die de namen gegeven van Moeder Teresa en Helder Camara.

Moeder Theresa sprak Engels maar zie...iedereen verstaat haar.

Dom Helder Camara Frans en ook al heeft niet iedereen Frans geleerd….

iedereen verstond hem.

Er is een gelovige eensgezindheid mogelijk

rond mensen die met hun woord anderen verzamelen en bemoedigen.

Dat was vroeger en is nu gelukkig ook nog zo.

Ik verbeeld mij dat zoiets kan gebeuren rond onze nieuwe Paus

die gevangenen de voeten wast en die zegt:

, We moeten af van de slavernij van het geld.’

Dat is een andere eensgezindheid

zoals wij die uit het verhaal van de toren van Babel kennen.

Die eensgezindheid stootte God tegen de borst:

het was de eensgezindheid van de hoogmoed en de machtswellust:

wij zullen samen wel eens even iets laten zien.

Dat was een eensgezindheid die verstrooid moest worden.

De eenheid die de mens tekort doet. Een joods verhaal vertelt:

   'als er bij de torenbouw in Babel

   een mens van de stellingen viel en dood viel

   keek niemand op of om.

   Maar viel er een steen of een hamer

   dan was er paniek: 'wie gaat die terughalen.'

Mensenlevens telden daar niet,

net zo min als in Bangla Desj.

1100 doden zijn gevallen,

omdat wij goedkope T-shirts willen:

eindelijk wakker geworden gaat er iets gebeuren”

de pinksterfeest wordt – wel erg traag- over ons vaardig:

een minimumloon voor de arbeiders daar is toch wel nodig.

Petrus getuigt in zijn prachtige pinksterpreek

over een nieuwe eenheid rondom Jesus Messias.

Hij neemt de gelegenheid te baat

om de pelgrims te vertellen hoe schandalig de schijnbare eensgezindheid was

van de hordes die stonden te roepen: 'aan het kruis met hem.'

De moord op iedere mens is een schandaal.

De moord op deze mens -Jesus- in het bijzonder.

De moord op de ene mens die ons juist nieuwe kansen wilde geven

en onze wereld verder kon helpen.

Als Petrus' luisteraars een beetje onder de indruk zijn van zijn preek

en hem dan een beetje zenuwachtig vragen:

   'wat moeten wij doen'

is het antwoord:

   'bekeer JIJ jezelf NU, verander,

   blijf geen buitenstaander,

   doe mee met een nieuwe manier van leven.’

   word weer mens,

   een nieuwe mens. '

Velen, 3 a 4-duizend laten zich dopen.

De Heilige Geest, die in Jesus aanwezig was,

breekt zich baan middels zijn volgelingen.

De Geest van de mensen die vol zijn van God, laat zich horen.

Samen vol van God zijn is onze opdracht

om zo samen anderen tot zegen te zijn.

Wat een vreugde dat we vandaag drie serieuze mensen in ons midden hebben

die zich hebben voor bereid op het Heilig Vormsel.

Paul, die zegt: denk na bij wat je doet

-dat staat op zijn wapenschild-

en Gijs die zegt: vlieg als Icarus,

durf iets ongehoords, blijf niet plat op de aarde rondscharrelen

en dan is er ook nog Ido uit Amsterdam

die voorbereid isVredeskerkparochie in Amsterdam:

dank voor jullie aanwezigheid deze Pinksterdag

dank dat jullie ons helpen door uit te komen voor je idealen!

Dank voor jullie enthousiasme.

Enthousiast zijn, letterlijk 'vol van God zijn'

om zo het aanschijn der aarde te gaan vernieuwen.

Dit enthousiasme oefenen wij in de kerk.

Het is -als het goed is- niet het goedkope laaiende enthousiasme

dat vlug over gaat maar het enthousiasme

van de trouw aan je opdracht ten einde toe.

In goede en in kwade dagen.

Om zo vol van God te raken heb je tijd nodig, veel tijd.

Wie tegenwoordig naar het nieuws luistert en kijkt

wordt er somber van.

Niet doen! Er is tijd nodig voor de groei van het Koninkrijk.

Je zult naar God toe moeten groeien.

Vandaar die 50 dagen na Pasen om te beginnen. Ze zijn een zegen.

Mensen die taai zijn en volhardend,

die mensen kunnen ook -als het nodig is- geduld hebben

ze kunnen wachten.

Wachten -en tegenwoordig moet dat vaak-

wachten op het geloof dat in iedereen wortel kan schieten.

Je maakt dat tegenwoordig vaker mee dan vroeger:

- ook bij echt goedgedoopte katholieken-

hoe mensen een begingeloof hebben,

dat naderhand wegzakt.

Maar het omgekeerd gebeurt ook:

dat het later pas echt geloof wordt,

naar buiten breekt zoals dat bij de apostelen gebeurde.

Omdat het heel moeilijk is je eigen opdracht te verstaan

zullen we nog heel lang oefenplaatsen nodig hebben

waarin we onze opdracht iedere keer weer opnieuw

in onze eigen tijd te horen krijgen...

Kerken mogen dat zijn:

plaatsen waar mensen zich verzamelen rond het woord,

rond het brood en de wijn

en waar wij ons voorbereiden op de grote toekomst van God

met de mensen.

We zullen -net als de apostelen-

de moederschoot van die kerk nog lang nodig hebben,

misschien zelfs -net als de apostelen van voor Pinksteren-

als een zaal met gesloten deuren.

In die zo noodzakelijke bezinning kan ons geloof ondertussen uitgroeien.

Op één plaats tezamen, zoals de apostelen en de moeder van de Heer

willen wij ons verenigen in gebed. Opdat ook wij

leeg zullen zijn van zelfzucht maar open en ontvankelijk

voor de levendmakende Geest van Jesus Christus

opdat onder de as van onze onbezielde woorden en daden,

het vuur van de ware liefde moge ontvlammen;

en opdat wij voor ieder en voor allen,

eindelijk de taal mogen spreken die ieder vol blijdschap verstaat,

de taal van de Heer, de taal van Gods hart.

Tenslotte:

een voorbeeld van de kracht van de vernieuwing.

In Venezuela waren en zijn nog steeds tal van kinderen en jongeren

die op vuilnishopen rondzwerven en weinig kans hebben zich te ontwikkelen.

Nu heeft een hele rijke man, een muziekminnaar bedacht

dat hij wil kijken wat die kinderen daar kunnen

en hij heeft muzieklessen georganiseerd voor de jeugd daar.

En wat blijkt? Er zijn heel veel kinderen en jongeren

met bijzondere muzikale talenten

en nu hebben ze een heel groot toporkest samengesteld

van jongeren die van eerst alleen maar op de vuilnishopen rondzwierven

en nu de sterren van de hemel spelen in hun orkest

dat op alle podia in de wereld succes heeft.

Van het geld dat dat allemaal opbrengt

kunnen ze nog hele goede dingen doen

voor hun minder fortuinlijke lotgenoten:

supergoed toch?

Hulp van elkaar en van Godswege hebben we daarbij nodig.

We zullen elkaar moeten vasthouden en bemoedigen

en het 'kom schepper heilige Geest'

de intredezang van vandaag

zal nog heel vaak gezongen moeten worden.

   'Wil toch onze trooster zijn,

   overstroom ons dor domein,

   heel de ziel die is gewond.'

   'MAAK WEER ZACHT WAT IS VERSTARD

   koester het verkilde hart,

   leid wie zelf de weg niet vond.'