Straks zullen wij samen zingen
als besluit van deze viering
het lijflied van deze kathedraal:
‘Wij zijn uw volk'.

Het is de slothymne van de reeks gezangen die gecomponeerd zijn
bij gelegenheid van het 100-jarig bestaan van deze Bavokerk.
Daarin worden teksten uit het boek Deuteronomium
- daaraan is de slothymne ontleend- en het Johannesevangelie
berijmd en op muziek gezet.
‘Wij zijn uw volk'
Het is treffend dat het tweede Vaticaanse concilie
naast alle andere verheven aanduidingen van de kerk
als het mystieke lichaam van de Heer - om er een te noemen-
een bijzondere aanduiding van het kerkmysterie invoert:
een volk. Een volk onderweg...
wij zijn er nog niet!
VOLK GODS ONDERWEG.

En zo sluiten wij aan bij het joodse volk
-dat vandaag het Loofhuttenfeest viert:
de huizen moeten worden verlaten
en de maaltijden moeten samen worden genuttigd
in een hutje met een open bladerdak:
in Nederland een beetje moeilijk te realiseren.

Wij zijn Gods volk onderweg. Niet zo maar op weg:
‘wij zijn door U gedragen
als op de vleugels van de adelaar.'

Ik noemde het Loofhuttenfeest van de joden
wij samen in de kathedraal vieren nog twee feesten:
het Bavofeest, vandaag, en het 450 jaar van ons bisdom
dat zich nu sieren mag met de naam bisdom van Haarlem en Amsterdam.

Het Bavofeest wordt muzikaal gevierd:
- een ideaal feestmodel-
in de oude Bavo vandaag
in Gent en hier.

Als pendant van de preekstoel
staat aan de andere kant het Bavobeeld.

Hij is daar afgebeeld op het moment
dat hij wordt geroepen door zijn Heer.
Hij is slecht begonnen: een ridder in Haspengouwen
die een liederlijke leefwijze leidde;
men zegt zelfs dat hij ook nog een criminele slavenhandelaar was.
Hij leidde in ieder geval een heel slecht leven maar....
vaak is dat een goed begin voor een heilige'
er vanuit gaande natuurlijk dat hij zich bekeert.

Dat doet Bavo die zijn oude naam Alwin,
dat betekent zoiets als ‘geweldenaar' prijs moet geven
en de naam Bavo, door God beminde, moet aannemen.

En dan beschouwt Bavo -net zoals Paulus dat in het epistel zegt-
plots alle dingen die hij vroeger najoeg als waardeloos,
ja zelfs als verlies. Dus geeft hij al zijn rijkdom weg
om één te zijn met de Heer die hij nu gaat dienen.

Al zijn bezittingen geeft hij weg,
het staat afgebeeld op het schilderij onder de vrouwentoren
en hij trekt zich terug als heremiet in een hutje (een soort loofhutje),
‘een holle boom' heet het in de volksmond.
Maar als hij daar een te bijzondere attractie wordt
besluit hij in te treden in de abdij van Gent
bij de oude wijze Amandus.

Zo eindigt deze onstuimige man als monnik.
En de monniken van Egmond,
die in concurrentie en samenwerking met de bisschop van Utrecht
de zielzorg in de noordelijke Nederlanden organiseerden,
brachten hem als patroon naar Haarlem
waar hij Maria als patrones van de oude kerk op de markt verdreef
en als patroon van de oude en de nieuwe kathedraal
de leidsman werd van ons diocees.

Hij gaat ons voor in het kiezen voor een nieuwe manier van leven
heel actueel in onze dagen.
En daarom verdient hij net zo populair te zijn als Franciscus
wiens gedenkdag het morgen is.
Mooi dat deze twee heiligen zo dicht bij elkaar in de buurt zijn terecht gekomen.

Paulus zegt geheel in diezelfde geest:
‘om Christus' wil houd ik alles voor vuilnis;
het gaat er immers om één te zijn met Hem.

Dat is allemaal heel mooi maar
‘wat krijgen wij er voor terug' vragen de leerlingen van Jezus:
‘zie we hebben alles prijsgegeven om U te volgen.'
U hoorde hoe Jezus antwoordde:
‘je zult het honderdvoudig terugkrijgen.'

Dat geldt niet alleen voor later na je dood
maar ook nu al. Het geloof is een rijkdom,
een zegen, een troost.
Om dat uit te zeggen is er de muziek
die onmisbaar is.

Een groot gedeelte van de Bijbel, bestaat uit liederen:
de hymne over de zeven scheppingsdagen:
‘zo werd het avond en morgen de nieuwe dag'.
De lofliederen werden door mannen en vrouwen (meestal vrouwen) gezongen:
het lied van Mirjam, het loflied van Hanna
de honderd vijftig psalmen van David en de tempelpriesters.
Liederen worden gezongen door
oude en jonge mensen:
de lofzangen van Simeon en Hanna in de tempel,
de lofzang van Maria.

We horen in het evangelie hoe Jezus met zijn leerlingen zong
aan de tafel van het laatste avondmaal:
en nadat ze de lofzang gezongen hadden
gingen zij samen naar de hof.

Jezus preekte en zong om mensen in beweging te krijgen
hun oude bestaan op te geven en te kiezen voor God
en Zijn koninkrijk. Dat lukte niet altijd meteen.

Hij wilde mensen blij doen opgaan naar Jeruzalem
‘we hebben voor u op de fluit gespeeld,
maar jullie hebben niet gedanst.'

Hij wilde de mensen laten meeleven en lijden
met mensen in nood:
‘we hebben een treurlied voor jullie gezongen
maar jullie hebben niet geweend.'
Als het goed is brengt de muziek, en in het bijzonder de kerkmuziek
mensen in beweging en brengt ze tot solidariteit met elkaar.

Zingen is een Bijbelse opdracht:
‘zingt voor de Heer' zegt de psalmist en daarna: ‘een nieuw gezang'.
Om met het laatste te beginnen:
we worden opgewekt nieuwe gezangen te zingen -niet alleen maar de oude-.
Dat doen we vandaag: de nieuwe Nicolaasmis die Jan Valkestijn,
ijverig als hij is, componeerde. Een nieuw gezang.
En ik zou u allen willen oproepen: zingt ook thuis dit nieuw gezang.
Niet alleen maar de Deutsche Messe en het Panis Angelicus
- in Amsterdam panis angelicus genaamd -
om enkele topnummers uit de koortraditie te nemen.

‘Zingt voor de Heer....'
Zingen is geen hobby van u hier, zingen moet.
De lofzang van God moet gaande worden gehouden
want als wij zijn lof zingen betekent dat
dat wij ruimte willen maken voor Hem en Zijn koninkrijk.
Dat wij de gewone dingen willen prijsgeven en durven loslaten
en kiezen voor Zijn liefderijk en Zijn vrede.

Dat wij samen zo geïnspireerd verder mogen gaan is mijn wens.
De Heer is ons licht en ons heil, zijn woord doet ons goed onderweg.
‘Gij zegt -en mijn hart spreekt het na- ‘zoek mijn aanschijn'.
Uw aanschijn Heer wil ik zoeken.

U allen heel veel dank voor wat u allemaal doet
en veel zegen bij uw inzet voor de kerkmuziek
die u samen met uw medeparochianen
waar ook in ons bisdom, met uw prachtige stemmen, gaande houdt.

En dan eindig ik met het gebed uit de laatste strofe
van onze slothymne:
Wij zijn Uw volk,
o draag ons nu ook verder
door heel het doornig dal van onze tijd
als op de schouders van de goede Herder
naar de muziek van onze eeuwigheid.