Zusters en broeders,
Vandaag vieren wij het feest van Kruisverheffing. In elke kerk zien we een kruisbeeld op of boven het altaar, bij velen onder ons hangt er in elke kamer van ons huis een kruis, en sommigen dragen ook een kruisje om de hals. Wellicht kunnen we ons zelfs geen geloof voorstellen zonder een kruis. Maar ten tijde van Jezus was dat helemaal anders. Toen was het kruis een instrument van verschrikking en vernedering. Alleen slaven, staatsvijanden en zware misdadigers werden gekruisigd. En dat moest Jezus dus ondergaan. Maar zo heeft God zijn liefde voor de mensen zichtbaar gemaakt, want het kruis was niet het einde. Integendeel, door Jezus’ verrijzenis was het de overgang naar leven in eeuwigheid, Jezus heeft die vreselijke kruisdood overwonnen. Dus vieren we vandaag niet de kruisdood, maar de weg van leven die Jezus is gegaan. Zijn liefde kende geen grenzen. Ze was sterker dan de dood, dan haat, geweld en leugens. Het kruis toont ons dat ware grootheid niet ligt in macht, bezit of succes, maar in trouw, nederigheid en liefde.
Dat is geen boodschap die vanzelfsprekend klinkt in onze wereld, en ook niet in ons eigen leven, want ieder van ons moet zijn kruis dragen. Vorige zondag hoorden we dat Jezus zei: ‘Wie zijn kruis niet draagt, kan mijn leerling niet zijn.’ Dat klinkt ons zeker zwaar in de oren, maar we moeten er niet lang over nadenken om te weten dat het waar is. Want ieder van ons draagt meer dan één kruis in zijn of haar leven. Dat kan ziekte zijn, of dood in de familie of de vriendenkring. Maar het kan ook spanning zijn in het gezin, ontrouw onder de partners, tegenslagen op het werk, armoede, eenzaamheid en nog zoveel meer dat het leven kan teisteren. En vergeten we ook niet het kruis van onze fouten en tekorten. Misschien zijn we egoïstisch, ongeduldig, keihard in onze oordelen, mensonvriendelijk en nog zoveel meer.
Het feest van Kruisverheffing wil ons er echter aan herinneren dat we er niet alleen voor staan. Jezus is ons uit liefde voorgegaan. Hij heeft ons laten zien dat het kruis kan overwonnen worden. En Hij is niet de enige die ons daarbij helpt. Die hulp kan ook komen van familie en vrienden, van buren, van parochianen, van mensen die meevoelen en meedenken met hun naasten.
En we kunnen ons natuurlijk spiegelen aan Jezus. Hij klaagde niet op het kruis, Hij veroordeelde degenen die Hem martelden niet, Hij schreeuwde zijn pijn niet uit. Hij aanvaardde, en dat kunnen wij ook doen. Het leven is nu eenmaal niet altijd rozengeur en maneschijn. Maar we kunnen ons ook inspannen om sterker te zijn dan het kruis van onze fouten en tekorten. Sterker dan egoïsme, dan onverschilligheid, dan veroordeling. Sterker, omdat we de weg van Jezus willen gaan.
Zo wordt het kruis een krachtig teken in de wereld. In een tijd waarin iedereen vaak zijn eigen weg gaat, verkondigt het kruis iets heel anders, namelijk dat liefde de sterkste kracht is. Als wij leren vergeven, als wij meevoelen met wie aan de rand staat, als wij trouw blijven waar het moeilijk wordt, dan verheffen wij het kruis midden in onze samenleving. En dat heeft Jezus ons voorgedaan. In de tweede lezing schrijft Paulus in zijn brief aan de Filippenzen in diepe bewondering: ‘Hij die de gestalte van God had, hield niet vast aan zijn gelijkheid met God, maar werd gelijk aan een mens. En als mens heeft Hij zich vernederd door gehoorzaam te worden tot de dood aan het kruis. Daarom heeft God Hem hoog verheven en Hem de naam gegeven die elke naam te boven gaat, opdat in zijn naam elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: ‘Jezus Christus is Heer.’
Zusters en broeders, laten wij bidden dat wij de moed vinden om ons kruis te dragen. Niet alleen, maar samen met Jezus en met elkaar. En laten we goed beseffen dat, als we ons kruis willen dragen, we aantonen dat we Jezus willen volgen in zijn woorden en daden van liefde en vrede. Amen.