De honderdste missiemaand

 

 

Voor de honderdste keer vieren we missiezondag.

Maar missie is al veel ouder

Ze zit van bij het begin in het evangelie.

Andreas en Johannes behoorden tot de compagnie van Johannes de Doper.

Deze richt hun blik op Jezus en daarop trekken die twee mannen naar Jezus.

Ze blijven een tijd bij hem en dan ontmoet Andreas zijn broer Petrus en zegt hem: “We hebben de Messias gevonden” (Joh. 1,41).

Dit is de zin van de missie: aan medemensen de vreugde mee delen van de ontmoeting met Jezus.

Gezonden voor het goede nieuws

Jezus is zelf iemand die gezonden is.

Hij zendt zijn apostelen en zijn leerlingen. Deze gaan met een vredegroet naar de mensen en wijzen aan hoe Gods rijk aan het groeien is.

De zin voor de missie is niet in elke periode even sterk geweest.

De ontdekkingsreizen hebben de zin voor de missie gestimuleerd.

Kolonisatie en missionering hadden banden met elkaar.

Zij getuigden van een superioriteit van de blanke.

In het Antwerps museum van Hedendaagse Kunst staat een zwart rubberen afgietsel van het monument voor Pater De Deken. Deze missionaris werkte in China en in Congo. Voor hem werd in 1904 een standbeeld opgericht in Wilrijk. Daarin torent de pater boven een geknielde zwarte man. Vanuit de hedendaagse gevoeligheid krijgt dit kritiek. We zijn groot gebracht met de overtuiging dat we het goed hebben gedaan. We krijgen nu verwijten en wij beseffen onze beperktheden.

Honderd jaar geleden in 1919 gaf paus Benedictus XV een sterke impuls aan de missieopdracht door zijn encycliek Maximum Illud.

Hij vroeg daarin aandacht voor de missie, vooral tijdens de oktobermaand. Hij drong aan op medewerking bij de missieopdracht door gebed en hulp.

Missiezondag wordt in alle bisdommen ter wereld gehouden.

Een oudere generatie kreeg van in de basisschool de betekenis mee van missiezondag.

De lerares van het zesde leerjaar was een kloosterzuster en haar broer was missionaris.

We hebben centjes gegeven voor het werk van de Kindsheid en de Voorplanting van het geloof.

De pastoor van mijn geboortedorp drong zeer sterk aan op de collecte. Ons dorp was in verhouding met het aantal inwoners een van de beste gevers. Misschien gaf de pastoor zelf een serieus duwtje om die ereplaats op de lijst van het bisdom te behouden.

Op het college werd tijdens de missiemaand intens propaganda gevoerd voor de kalender Pro Apostolis. Oud-studenten missionarissen vertelden over hun werk in de missie. Pater Spae sprak over de kerk in Japan.

Op het seminarie bestond het sint-Paulusmissiewerk en werden boeken verkocht en postzegels verzameld voor de missie en kregen we het bezoek van de eerste Kongoleze bisschop, Mgr. Kimbondo.

Het was de tijd van het enthousiasme over Vlaanderen dat zijn zonen uitzond en dat als klein land meer missionarissen had dan grotere landen zoals bv. Polen.

Door de missie heeft de kerk een internationaal gelaat gekregen en dit neemt verder toe van dag tot dag.

De tandem

Met het beeld van de tandem werd de nieuwe verhouding tussen de jonge kerken en Europese missionarissen uitgedrukt. “De jonge kerken zitten voorop aan het stuur. Zij die vanuit het Westen naar ons toegekomen zijn, zitten achterop en trappen mee” (Dr. Nataban).

Het concilie toonde al een grote verscheidenheid van bisschoppen. Het bezorgde een uitgebreide tekst over de missieactiviteit van de kerk (Ad Gentes). De invloed van de jonge kerken neemt verder toe. Het is geen eenrichtingsverkeer. Priesters uit het Zuiden aanvaarden opdrachten in Europa.

De paus werd zelf missionaris. Paus Paulus VI verliet het Vaticaan, eerst voor zijn reis naar Jeruzalem, en dan voor reizen naar India, Filipijnen, Oeganda.

Communio

Met paus Franciscus kwam een man uit het Zuiden naar Rome. Hij vestigt onze aandacht op de periferie, op mensen aan de rand, op gebieden die ver af leggen. Maar wat betekent veraf? Ver ten opzichte van wie? De paus verkiest het beeld van de veelhoek en de veelvlakken boven dit van een bol. “Het model is niet de bol/cirkel, waar ieder punt even ver van het middelpunt is verwijderd en er geen verschillen zijn tussen het ene punt en het andere. Het model is het veelvlak/de veelhoek, dat het samenvloeien van alle delen weerspiegelt die daarin hun oorspronkelijkheid behouden” (De vreugde van het evangelie, n°236).

De verscheidenheid is een rijkdom. De kerk is een gemeenschap van gemeenschappen, waar we onderling gaven, talenten en zorgen delen. In de campagne voor de oktobermaand stelt Missio elk jaar een bepaald land in de kijker. In 2017 was dit Korea, in 2018 Ivoorkust. In de bijzondere missiemaand 2019 gaat de blik naar Venezuela.

In zijn brief over de vreugde van het evangelie benadrukt deze paus de rol van elke christen als drager en brenger van vreugde.

Kardinaal Toppo (1938) was bisschop van het bisdom Ranchi, waar de invloed van pater Constant Lievens (1856-1893) dankbaar herdacht wordt. Hij was de eerste bisschop afkomstig van de Adibasi. Hij blijft dankbaar om wat der kerk van Vlaanderen betekent heeft. Hij weet dat hier een depressieve wolk kan drijven en hij drukt de hoop uit dat wij kracht putten uit de verbondenheid met christenen uit India.

Bisschop André De Witte (1944) is bisschop van Ruy Barbosa (Brazilië), een zusterbisdom van het bisdom Gent. Hij voelde zich sterk aangesproken door de zendingswoorden en het levensprogramma van Jezus in Nazareth (Lc. 4,18-19). Hij geeft er gestalte aan door zijn inzet in de landpastoraal voor een rechtvaardige maatschappij. Hij laat zich leiden door het profetische van Jezus' voorkeursoptie, te beginnen met de armen om allen erbij te betrekken en concreet te werken aan betere levensomstandigheden, geïnspireerd en gestuwd door de pinkstergeest. “”Geloof en leven horen samen, Jezus is gekomen opdat ALLEN leven zouden hebben, in overvloed. Leerling van Jezus zijn betekent niet alleen bidden maar ook sociaal geëngageerd zijn” (André De Witte, brief 26 jan. 2019).

Oecumene van het bloed

Wie voor deze boodschap opkomt, kan slagen krijgen er erbij omkomen.

Op 7 april 2014 hebben gewapende mannen pater Frans van der Lugt (1938) in Homs doodgeschoten. “Deze Nederlandse jezuïet had zijn hele leven gewijd aan de armsten en zwaksten zonder enig onderscheid in godsdienst. Hij had zijn stad Homs nooit willen verlaten, zelfs op de akeligste momenten toen het redelijk ware geweest dit te doen. “Ik zie hier geen moslims of christenen, maar slechts mensen. Ik ben de enige priester en de enige vreemdeling hier, naar ik voel me geen vreemde, ik voel me een Arabier tussen de Arabieren.” “Hoe zou ik kunnen vertrekken? Dat is onmogelijk. Het volk van Syrië heeft me zoveel gegeven, zoveel vriendelijkheid, zoveel inspiratie, ja, al wat ik bezit. Als de Syriërs lijden, dan kan ik alleen maar hun leed en hun problemen delen. Met hen zijn, ze een beetje te troosten, een beetje empathie …” Al zijn vrienden vreesden dat deze zelfverloochening hem tot het ultieme offer zou brengen, dat van zijn leven. Alleen door zijn biddende aanwezigheid, door zijn liefde, radicaal evangelisch, die tot de dood zou kunnen leiden en waarin hij berustte, in volle overgave, herinnerde hij de wereld eraan dat het martelaarschap geen helden- of oorlogsdaad is, maar een hoogte vorm van Getuigenis” (C. Cannuyer in Werk voor het Oosten, april 2014).

In de voorbije maanden zijn opnieuw christenen aangevallen en gedood, zo in Burkina Faso en Sri Lanka. Er is een oecumene van het bloed. Bij een herdenking van 21 Koptisch-orthodoxe christenen, vermoord op het strand van Libië in februari 2015, zei de paus: “Wanneer terroristen of wereldmachten christelijke minderheden of christenen vervolgen, vragen zij niet: ben je luthers? orthodox? katholiek? hervormd? van de Pinksterbeweging? Nee. Voor hen bent je Christen. Zij herkennen alleen een Christen.”

De honderdste missiemaand wil de banden tussen de christelijke gemeenschappen verstevigen. Het is de maand van de binnenkerkelijke solidariteit om samen het gelaat van Jezus te laten schijnen.

Wij bidden in elke eucharistie om deze wereldwijde verbondenheid.

“Regeer uw kerk, Heer onze God, breng ons bijeen van heinde en ver en geef ons uw vrede. Dat vragen we U in eenheid met de bisschop van Rome, paus Franciscus, in eenheid met onze bisschoppen, verenigd ook met allen die, oprecht en trouw, uw woord bewaren en het geloof belijden van uw apostelen overal in deze wereld” (Eucharistisch gebed I).